De bruinvis
Je zou het door zijn naam niet zeggen, maar de bruinvis (Phocoena phocoena) is helemaal geen vis. In tegendeel: het is een zoogdier. Dat betekent dus dat ze levende jongen krijgen die melk drinken bij de moeder, en ademhalen met hun longen. De bruinvis is een kleine tandwalvis die in onze eigen Noordzee zwemt!
Er zijn zeven soorten bruinvissen op de wereld – in het Dolfinarium vind je de gewone bruinvis. Het zijn schuwe dieren die vaak in troebele wateren leven. Daardoor is er nog maar weinig over ze bekend. Wel zien we jaarlijks steeds meer bruinvissen stranden: tot wel zo’n 800 bruinvissen per jaar. Het Dolfinarium verzamelt al jarenlang waardevolle kennis over de bruinvis.
Leefgebied
In het wild komen bruinvissen voor in de gematigde, vooral ondiepe wateren op het noordelijk halfrond. Het is de meest voorkomende walvissoort in de Noordzee en Waddenzee. Soms zijn ze zelfs te vinden in de Oosterschelde.
Voedsel
Bruinvissen eten voornamelijk kleinere vissoorten zoals wijting, sprot, en kleine haring. Daarnaast vullen ze hun menu soms aan met ongewervelde dieren zoals inktvissen en wormen. Een bruinvis eet zo’n 3 tot 5 kilo vis per dag. Dat is maar liefst 10% van zijn eigen lichaamsgewicht! Zelf staan ze op het menu van orka’s, haaien en grijze zeehonden.
Leefwijze
Veel onderzoekers zeggen dat bruinvissen solitair leven – alleen dus – en alleen samenkomen om te paren of wanneer ze naar dezelfde voedselbron komen. Maar in het wild worden bruinvissen vaak in groepen van vier tot vijf dieren gezien. Bruinvissen communiceren met elkaar door middel van zachte klik- en zoemgeluiden. Omdat ze relatief veel moeten eten , zijn bruinvissen een groot gedeelte van de dag bezig met het jagen. Dit doen ze net als dolfijnen met behulp van echolocatie: een soort ingebouwde sonar waarmee ze zelfs in het pikdonker hun prooi kunnen vinden.
Voortplanting
De paartijd van bruinvissen vindt over het algemeen plaats in de warmere zomermaanden. Na een draagtijd van zo’n 11 maanden krijgt het vrouwtje één jong, ook wel een kalf genoemd. Dit kalf is bij de geboorte al zo’n 70 centimeter lang – bijna de helft van de lichaamslengte van de moeder! Een jonge bruinvis drinkt ongeveer een jaar lang melk bij de moeder. In deze periode leert de moeder het jonge dier ook jagen om zelfstandig te kunnen overleven.
Kenmerken
Bruinvissen lijken heel erg op dolfijnen, maar zijn het niet. Bruinvissen vallen onder de tandwalvissen, waarvan de bruinvis weer een aparte familie is. Ze zijn donkergrijs van boven en wit van onder. In het water is dit een goede schutkleur. Bruinvissen hebben een bol voorhoofd en een stompe snuit. Dankzij hun gestroomlijnde lichaam glijden ze makkelijk door het water. Ze hebben drie soorten vinnen: een sterke staartvin om snelheid mee te maken, borstvinnen om te sturen en een kenmerkende, driehoekige rugvin. Bruinvissen ademen via het blaasgat boven op hun hoofd, dat in directe verbinding staat met de longen. Wist je dat zo’n blaasgat eigenlijk hun neusgat is? Ze kunnen dit afsluiten met een klepje als ze onderwater gaan. Ze kunnen er alleen niet mee ruiken.
Bedreigingen
Door de wijde verspreiding van de gewone bruinvis is hij niet bedreigd in de natuur (IUCN rode-lijststatus: niet bedreigd). Ze lopen wel gevaar, bijvoorbeeld doordat ze vaak vast komen te zitten in visnetten waardoor ze verdrinken of door plastic afval. Maar het allergrootste probleem voor bruinvissen is wel het toenemende geluid in hun leefomgeving.
Bruinvissen hebben een ontzettend gevoelig gehoor. Herrie van scheepsverkeer, windmolenparken en andere geluiden door menselijke activiteit kunnen leiden tot gehoorschade bij de dieren. Bruinvissen hebben hun gehoor nodig om te jagen en hun weg te vinden. Wanneer dit gehoor is beschadigd, wordt de kans op overleven heel klein.
In dit filmpje van Kenniscentrum Dolfinarium zie je meer over onderzoek het gehoor van bruinvissen.
Dolfinarium helpt
Het Dolfinarium beschermt ook soorten in het wild. Bijvoorbeeld de vaquita, een bruinvissoort uit de Golf van Mexico en de meest bedreigde walvissoort ter wereld. Naar schatting leven er nog maar 10 individuen in de natuur! Met onze uitgebreide kennis van de Nederlandse bruinvis en de ingezette expertise van de verzorgers in dit project, dragen wij een steentje bij aan het behoud van deze bedreigde diersoort.