Over de dolfijn
In het Dolfinarium leeft de tuimelaardolfijn (Tursiops truncatus), een van de 36 soorten dolfijnen wereldwijd. Wist je dat alle dolfijnen een soort walvissen zijn? En net als alle walvissen zijn het helemaal geen vissen, maar zoogdieren. Dat betekent dat babydolfijnen levend uit de buik van de moeder komen – niet uit een ei –, en dat de moeder haar jongen melk geeft.
Dolfijnen in het wild
In het wild komen dolfijnen voor in gematigde en tropische wateren. Ze leven zowel in ondiepe kustgebieden als ver weg van de kust, in de open oceaan. Alleen in de koudere poolzeeën zul je geen dolfijnen vinden. Dolfijnen zijn slim, waardoor ze zich weten aan te passen aan veel verschillende leefgebieden.
Ze eten de meest uiteenlopende soorten vis, inktvis en schaaldieren. Verschillende groepen dolfijnen hebben aparte jachttechnieken ontwikkeld, die van generatie op generatie worden doorgegeven. Zelf moeten dolfijnen uitkijken voor roofdieren als orka’s en grote haaiensoorten.
Dolfijnen leven in dynamische groepen van zo’n vijf tot twintig dieren, ook wel een ‘pod’ genoemd. Ze leven in pods voor het jagen en voortplanten en om zich beter te kunnen verdedigen tegen roofdieren. Eens in de zoveel tijd komen meerdere groepen dolfijnen samen en vormen ze een superpod van wel duizenden dolfijnen! Vervolgens splitsen de groepen zich weer op in nieuwe samenstellingen. Deze sociale structuur wordt ook wel ‘fission-fusion’ genoemd.
Binnen een groep dolfijnen vormt zich een dominantie-hiërarchie. Dat betekent dat de ene dolfijn de leiding heeft over de andere dolfijn. Door elkaar op te jagen, te bijten en te slaan met hun staartvin strijden ze om hun plek in de hiërarchie. Maar écht gewond raken ze hier niet van.
Meestal zijn de grotere mannetjes dominant, maar ook kleinere dieren kunnen boven aan de hiërarchie komen te staan. Als ze maar stoer en sterk genoeg zijn! Net zoals de groepssamenstelling, veranderen ook de hiërarchieën continu.
Dolfijnen paren gedurende het hele jaar, maar vooral tijdens de warmere zomermaanden. De draagtijd duurt twaalf maanden – ze zijn dus wel een jaar zwanger! Na dat jaar wordt de jonge dolfijn geboren, en zo’n jong noemen we een kalf. Net als bij koeien!
Tijdens de geboorte komt de staart eerst naar buiten, zodat het kalf niet verdrinkt. Klinkt gek, hè: een dier dat zo goed kan zwemmen, maar toch kan verdrinken? Maar omdat een dolfijn een zoogdier is en ademt via longen – niet via kieuwen – kan dat wel. Na de geboorte duwt de moeder het kalf daarom direct naar de oppervlakte om adem te halen. Het kalf drinkt zo’n twee jaar melk bij de moeder, maar krijgt na een paar maanden al interesse in vis.
Lichaamsbouw
Dolfijnen hebben een gestroomlijnd lichaam waardoor ze makkelijk door het water glijden. En hoe snel ze dat kunnen, zie je tijdens onze dolfijnenvoorstelling Oceanica! Kom jij snel kijken?
Ze hebben drie soorten vinnen: een sterke staartvin om snelheid mee te maken, borstvinnen om te sturen en de rugvin voor stabiliteit in het water, net als een kiel van een boot. Hun dikke blubberlaag houdt ze warm in het water.
Dolfijnen ademen via het blaasgat boven op hun hoofd, dat in directe verbinding staat met de longen. Wist je dat zo’n blaasgat eigenlijk hun neusgat is? Ze kunnen dit afsluiten met een klepje als ze onderwater gaan. En ruiken kunnen ze niet met deze neus!
Tuimelaars hebben tachtig tot honderd puntige tandjes, die ze gebruiken om de glibberige vis te pakken. Ze kauwen echter niet op de vis, maar slikken ‘m in één keer door! Zou jij dat ook kunnen?